Kim Kruijff

Wanneer begin je met vaste voeding?

Genoeg drinken, en later eten, is enorm belangrijk voor de ontwikkeling van je baby. Omdat je baby nog niet kan praten, is het aan jou om te bepalen wanneer je voeding geeft en hoeveel. De informatie hieronder kan je daarbij helpen.

Voedingsschema vaste voeding

Het Voedingscentrum geeft het advies om met vaste voeding te starten tussen de vier en zes maanden. Dit zijn nog echt oefenhapjes: een paar theelepeltjes geprakte groente of fruit per keer. Je kind heeft nog voldoende melk nodig. Die eerste oefenhapjes worden niet voor niets zo genoemd. Zo’n nieuwe vaardigheid onder de knie krijgen, is nog best ingewikkeld voor je baby. De beweging van z’n tong, de nieuwe smaak, geur en textuur en het vervolgens doorslikken: voor je baby is het allemaal nieuw.

Oefenhapjes zijn extra en komen (nog) niet in de plaats van borst-of kunstvoeding. Vanaf zes maanden heeft je baby naast borst- of flesvoeding de oefenhapjes wel echt nodig. Rond deze leeftijd heeft hij namelijk behoefte aan meer energie en voedingsstoffen. Meer dan hij uit moedermelk of flesvoeding kan halen. Vanaf acht maanden zal de vaste voeding de melkvoeding geleidelijk gaan vervangen.

Vaste voeding en allergieën

Tegenwoordig wordt door kinderartsen en het Voedingscentrum aangeraden om baby’s tussen de vier en zes maanden al kennis te laten maken met verschillende soorten voeding, om de kans op voedselallergieën te verkleinen. Het gaat dan vooral om pinda’s en eieren. Bij baby’s die aanleg voor een allergie hebben, wordt de kans op een pinda-allergie of kippenei-allergie namelijk kleiner als ze er al op jonge leeftijd mee in aanraking zijn gekomen. Je kunt beginnen met het geven van 100 procent pindakaas (dus zonder toevoegingen) of fijngemalen stukjes roerei vanaf dat je baby 4 maanden is. Je kunt de pindakaas of het roerei bijvoorbeeld door een fruit- of groentehapje mengen.  

Eerst één smaak, daarna pas combinaties

Laat je kind eerst wennen aan losse smaken en geef in het begin meerdere dagen achter elkaar dezelfde smaak. Zo leert hij die beter herkennen en waarderen. Als je kind gewend is aan de losse smaken kun je voor de afwisseling smaken gaan combineren. Lekker is dan bijvoorbeeld appel met perzik, aardbei met banaan, kiwi met peer, wortel met pompoen, ontvelde tomaat met courgette en bloemkool met broccoli.